Scholingsfonds STOOF
Scholing staat hoog in het vaandel binnen de uitzendbranche: 15,8% van de uitzendkrachten krijgt een opleiding via het uitzendbureau, tegen 16,4% van de medewerkers met een vast dienstverband bij een werkgever en 10% van de tijdelijke dienstverbanden bij een werkgever.
Uitzendorganisaties zijn verplicht per jaar 1,02% van de totale loonsom in fase A (ABU) en 1ste 78 weken fase 1/2 (NBBU) te besteden aan scholing • Onder scholingskosten worden verstaan: – directe loonkosten uitzendkrachten – directe en indirecte kosten organisatie/begeleiding (ook die van vaste medewerkers) – overige kosten (kosten opleiding, reis- etc).
Scholing voor uitzendkrachten wordt georganiseerd door het scholingsfonds Stichting Opleiding en Ontwikkeling Flexbranche (STOOF). STOOF is in 2003 opgericht door de ABU, FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en de Unie. Sinds 1 januari 2008 zijn de NBBU en de LBV ook vertegenwoordigd binnen het STOOF-bestuur. STOOF werkt voor de flexbranche en dus voor beroepen en functies in verschillende sectoren. Dus of je nu als flexkracht bij een metaalbedrijf, een zorginstelling of bijvoorbeeld op kantoor werkt, STOOF werkt voor alle flexorganisaties die bijdragen aan de Stichting Fonds Uitzendbranche (SFU).
STOOF adviseert, stimuleert en (mede-)financiert de opleiding en ontwikkeling van flexkrachten binnen de uitzendbranche. Dit doet STOOF door:
Kennisdeling: STOOF organiseert workshops, trainingen en voorlichtingsbijeenkomsten om de flexbranche kennis bij te brengen over kansen en drempels bij het opleiden en ontwikkelen van flexkrachten.
- Pilotprojecten: STOOF is voortrekker en initiatiefnemer in de flexbranche van verschillende pilotprojecten, die betrekking hebben op opleiding en ontwikkeling.
- Financiële ondersteuning: STOOF stelt geld ter beschikking voor Ervaringscertificaat- en leerwerktrajecten.