Home

Krekels Personeel: allround uitzenden is een vak apart

David Krekels: “De uitzendbranche is een grote branche. Jaarlijks zijn er 730.000 uitzendkrachten aan het werk via een uitzendbureau. Maar hoe werkt het nu precies in deze branche?

De uitzendbranche wordt geschat op meer dan 10.000 ondernemingen. Van deze 10.000 ondernemingen hebben ruim 2.400 ondernemingen het SNA-keurmerk. Het keurmerk van de SNA (Stichting Normering Arbeid) is het keurmerk voor alle uitzendondernemingen en (onder)aannemers van werk. Het keurmerk is gebaseerd op NEN 4400-1 en NEN 4400-2.

Van de 2.400 gecertificeerde ondernemingen zijn ruim 1.500 ondernemingen lid van de branchevereniging ABU of NBBU.

De leden van de ABU en NBBU betalen ook aan de Stichting Fonds Uitzendbranche (SFU). Uit deze stichting zijn ook weer drie stichtingen opgericht:

  • STOOF (stichting Opleiding en Ontwikkeling Uitzendbranche)
  • STAF (Stichting Arbo Flexbranche)
  • SNCU (Stichting Naleving CAO Uitzendkrachten)De uitzendbranche is ook een belangrijke branche voor UWV. Ruim 30% van de werkzoekenden die ingeschreven staan bij UWV en uitstroomt naar werk, vindt een baan via een uitzendbureau.

Krekels Personeel is er graag voor U! Maak meteen een afspraak!

De twee meest bekende brancheorganisaties van de uitzendbranche zijn de ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen) en de NBBU (Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen).

De ABU is de oudste branchevereniging en is opgericht in 1961. De NBBU is gestart in 1994. De NBBU richt zich op de kleinere MKB-uitzenders, terwijl de ABU ook een aantal grote leden in haar bestand heeft. De ABU heeft ruim 500 leden en de NBBU heeft inmiddels meer dan 1000 leden.

De ABU en NBBU hebben ieder hun eigen CAO: leden van de NBBU volgen de CAO van de NBBU en leden van de ABU de CAO van de ABU. De CAO van de ABU is algemeen verbindend verklaard. Dit houdt in, dat uitzendondernemingen, die niet lid zijn van een branchevereniging, de CAO van de ABU moeten volgen.

Er zijn diverse verschillen tussen de CAO’s van de ABU. De belangrijkste verschillen zijn:

  • Fasensysteem: De ABU kent drie verschillende fases (fase A, B en C), terwijl de NBBU er vier heeft (fase 1, 2, 3 en 4). In fase A (78 gewerkte weken) en fase 1 en 2 (130 gewerkte weken) geldt het uitzendbeding, in fase B (2 jaar) en fase 3 (52 weken) contracten voor bepaalde tijd en in fase C en fase 4 een contract voor onbepaalde tijd.
  • De volgers van de CAO van de ABU kunnen de eerste 26 weken volgens de CAO van de ABU verlonen. Na 26 weken krijgen de uitzendkrachten uitbetaald volgens de CAO van de inlener (de opdrachtgever voor het werk). De leden van de NBBU volgen direct de CAO van de inlener als het gaat om de verloning van de uitzendkrachten.
  • NBBU-leden vullen de ziektewetuitkering (70% van het dagloon) van hun zieke uitzendkracht in fase 1 en 2 aan met 20%. De CAO van de ABU verplicht een aanvulling van 21% voor de zieke uitzendkracht in fase A.